‘Eens zal de wereld met eerbied naar mij opkijken. Ik wil en zal beroemd worden.’
Dit schreef de Joodse jongen Leopold Flam toen hij 15 was in zijn dagboek. Hij probeert samen met zijn ouders te overleven in een kelder in Antwerpen. Beide ouders zijn ongeletterd en onbemiddeld. Toch sparen ze zodat zoon Leopold in een diamantslijperij kan gaan werken. Maar dat is niet naar zijn zin. Leopold wil studeren en dat doet hij via de midden-jury. Hij schopt het tot hoogleraar in de wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit van Brussel. Hij werd wat men een bevlogen professor noemt en tal van vrijzinnige filosofen gingen bij hem in de leer.
Dinsdag 25 oktober 1927 schrijft Flam : “Ik ga voor de eerste maal naar de Avondschool.”
Zondag 26 november 1927 lezen we : “Ik zal om te beginnen melden dat ik misschien dinsdag a.s. zal gaan diamantsnijder. Wij zullen 750 frank betalen voor het leren van een half jaar, daarna zal ik drie maanden voor niets werken, en de andere drie voor halve prijs.”
Dertig jaar na zijn overlijden is er een ruime selectie gemaakt uit zijn dagboeken, samengesteld door auteur Kristien Hemmerechts en voormalig Fnac-directeur Guido Van Wambeke.
Flam keerde op 29 november 1920 samen met zijn moeder uit Lublin naar Antwerpen terug.
Zijn vader was er al sinds juni 1920. In 1899 verbleef Hersch Flam voor een korte periode in Antwerpen, in 1911 vestigde hij er zich samen met zijn vrouw. Leopold Flam wordt er op 16 maart 1912 geboren, hij is hun vierde kind, de eerste drie zijn overleden. Hun zevende en laatste kind, Moris/Maurice/Mozes Flam wordt geboren op 30 oktober 1921. Het gezin spreekt Jiddisch.
Zondag 7 augustus 1927 lezen we in zijn dagboek :
” Thuis had ik niet veel te eten want mijn vader is vertrokken en er is geen cent in huis. Ik hoop dat het beteren zal.”
De passages over zijn huwelijk zijn niet mals. Hij bestempelt het als een hels gevangenschap waarbij die in Buchenwald verbleekt. Hij vertelde aan zijn vrouw Julia tijdens hun verkering dat hij eens zijn moeder had geslagen. Waarop Julia zei: “Ja, u bent zo, ik weet dat u ook mij zult slaan….”. Dat huwelijk bleef desondanks alles toch duren. Ze konden niet met elkaar maar ook niet zonder elkaar.
Flam schreef ook kampdagboeken ‘Naar de dageraad’ die eerder werden uitgegeven en nu nog online te lezen zijn op de website van de Auschwitz-stichting.
Het is niet altijd makkelijk lezen het geklaag, gezaag van Leopold Flam. Hij wentelt zich graag in de slachtofferrol en maakt vooral veel ruzie met iedereen. Zijn vrouw, zijn familie, zijn vrienden, zijn collega’s, zijn logebroeders….ze krijgen allemaal de volle laag. Toch geven de dagboekfragmenten van de filosoof een unieke kijk op de Jodenvervolging en het verzet in Belgïe. Je leert vooral de mens Flam kennen eerder dan de filosoof. En de dagboeken zijn onbeschaamd eerlijk.
Leopold Flam. Ik zal alles verdragen, ook mezelf. Samengesteld door Kristien Hemmerechts en Guido Van Wambeke. De Geus, 464 bladzijden. 29,99 EURO.
Laat een reactie achter