Twintig jaar geleden verhuisde Pulitzerprijswinnaar Benjamin Moser naar Utrecht om bij zijn partner Arthur Jaipin te zijn. Om Nederland beter te begrijpen begon hij door musea te zwerven, waar hij oog in oog kwam te staan met de fascinerende schilders uit de 17e eeuws: de altijd dynamische Rembrandt, de intieme Ter Borch, de raadselachtige Vermeer. Zijn tocht doorheen de musea kreeg de allure van een soort inburgeringscursus.
Er passeren kunstenaars de revue waar ik nog nooit van gehoord had zoals Gabriël Metsu ? “Over het leven van Metsu, is net als bij zoveel van de grote Hollandse schilders, maar weinig bekend. hij werd in 1926 geboren in Leiden. Zijn ouders, hoogstwaarschijnlijk katholieken, waren meegekomen met de grote golf immigranten die ten tijde van de Spaanse heerschappij vanuit Vlaanderen naar Nederland waren getrokken. Mogelijk waren ze toen nog heel jong geweest. Zijn vader, Jacques, zelf ook schilder, stierf ongeveer een maand nadat Gabriël was verwekt Zijn moeder zou in totaal viermaal tot weduwe worden gemaakt.”
We leren ook dat Mestu zichzelf ook naakt afbeeldde, wat een unicum was onder de Hollandse kunstenaars van zijn tijd. Helaas stierf hij ook op jonge leeftijd, slechts 37.
Op zijn tocht door de musea stelde Moser dezelfde vragen, die deze meesters ook stelden: waarom maken we kunst, en waarom hebben we het nodig? Wie en wat is een artiest? Hoe kan kunst ons een spiegel voorhouden, en hoe kan het ons helpen anderen te begrijpen? En kan kunst de plaats van God innemen in een religieloze samenleving?
De Wereld op zijn Kop. Ontmoetingen met de Hollandse Meesters is een ontdekkingstocht doorheen de levens van de Hollandse Meesters. Uitgegeven bij Arbeiderspers.
Moser komt van origine uit Houston, Texas. Zijn biografie van Clarice Lispector ontving veel lof van recensenten, en voor zijn biografie van Susan Sontag kreeg hij in 2020 de Pulitzerprijs.
Laat een reactie achter