Dichtbij is soms ver weg. Een binnenland kan ook een buitenland zijn. Journalist Jan Hertoghs (De Morgen – Humo – De Zwijger) een stadskind, gaat op zoek naar de streek die als kind leerde kennen. Daar waar het afgelegen dorp was, de thuis van zijn zwijgzame grootvader.
Jan Hertogs is nu 70 en hij heeft naar eigen zeggen al 82 reportages geschreven over de Kempen. In zijn boek ‘Alles over De Kempen’ gaat hij na hoe dorp en platteland hem als journalist bepaald hebben en hoeveel Kempen er in hemzelf schuilen. “Telkens die ‘vluchtweg’ uit de stad naar daarbuiten, om te kunnen schrijven over wat diep in mijn binnenste zit. Een dorp en de Kempen.”
Als een gefascineerde buitenstaander beschrijft hij velerlei gebruiken die het Kempense karakter typeren, zoals daar zijn: vogelpik op de velo, het teerfeest, nieuwjaarszingen en bouwen vanuit de garage. Ook wederzijds bouwen is erg in, daarmee bedoelt men werken door de N.V. Eigen Familie uitgevoerd. Deze stille vennootschap specialiseert zich in het zogenaamd wederzijds bouwen:’Gij bouwt voor mij, ik bouw voor u.’
Zo komt de lezer terecht in het echte Kempen waar vooral veel ongezegd blijft. En waar het stil is.
‘Op zomerse avonden, kon je een fietser van heel ver horen aankomen, alleen door het snorren van de dynamo op de dikke ribbels van de band.’
Typerend voor de Kempenaar is zijn stilzwijgen, de terughoudenheid, de schroom om in andermans leven te peuteren. ‘Nooit heb ik Vava horen vragen of mijn vader zijn werk graag deed. De vraag of iemand wel genoeg arbeidsvreugde heeft, is een vraag naar het binnenste van een mens, die vraag liet hij achterwege’
Als een Antwerpenaar de neiging heeft om maar te blijven klappen, proberen de Kempenaren net met zo weinig mogelijk woorden zoveel mogelijk te zeggen. Schrijver Leo Pleysier uit Rijkevorsel typeert zijn vader als een stille man in zijn boek ‘Wit is altijd Schoon.’. Hij zegt: ‘De stilte was mijn vadertaal.’
Jan Hertoghs. Alles voor de Kempen. Uitgegeven bij Tzara.
Laat een reactie achter