Met dank aan Wendy Wauters ben ik nog eens de kathedraal van Antwerpen binnengestapt. Het was er rustig, het stonk er niet en er waren geen marktkramers aan het werk.
Dat is ooit wel anders geweest.
Wie ‘De geuren van de kathedraal’leest, weet niet wat hij hoort, ruikt en ziet.
Een vlaag van natte hond wurmt zich door dikke blauwe wierookwolken in de Onze-Lieve-Vrouwekerk. De penetrante geur van lijken in ontbinding vermengt zich met de parfum-walm van opgetutte kooplui. Aan een van de tientallen zijaltaren rinkelt voor de honderdste keer een bel. Orgelspel en klokkengelui overstemmen de kreet van een marktkramer bij het portaal. In het schemerduister, langs monumentale schilderijen en fluwelen gordijnen, turen heiligen naar de wirwar van kerkgangers. En wat te denken van de vrouwen die afgehakte vingers onder het altaar verstoppen ?
Laat je in dit boek meevoeren naar een van dé hotspots van de 16de eeuw: de Onze-Lieve-Vrouwekerk, vanaf 1559 de ‘kathedraal’ van Antwerpen. Dit majestueuze bouwwerk was het kloppend hart van de stad, waar diepgelovige parochianen het pad kruisten met hondenslagers, pelgrims en veehandelaars. De religieuze sereniteit was er soms ver te zoeken.
Hondenslagers ? Ja die hadden ze in dienst om honden uit de kerk te jagen of ze zelfs dood te slaan met een zweep of knuppel. Alhoewel daar wel protest tegen kwam van dierenliefhebbers. Er werden gemiddeld vijf honden per dag doodgeknuppeld over heel Antwerpen. Dus niet enkel in de kathedraal. Dan kon de doctor in de kunstwetenschappen opmaken uit loonbriefjes. Wendy Wauters deed uitgebreid onderzoek.
De inrichting was ook niet als nu er was minder harmonie. De pijlers waren rood geschilderd en er waren veel muurschilderingen van heiligen en ambachtslieden. Grote doeken sierden de muren want dat stond chic en het het hield de kou enigszins buiten.
Er waren ook veel zij-altaren in de kerk want er waren zo wat 100 missen per dag. Dan volstaat één hoofdaltaar niet.
Die vele altaren dienden om de mis te vieren de hele week door. Minstens 57 zij-altaren waren aanwezig. Die altaren werden gerund door stichters zoals privé-personen die geld nalieten of broederschappen of ambachtsgilden. Je huurde dan een kapelaan die voor je een mis las. Gezangen waren ook mogelijk als je wat meer geld had.
Je kon zelfs je eigen stoel meebrengen. Dat moet daar nogal een luidruchtig spektakel geweest zijn.
De geuren van de kathedraal. Wendy Wauters. Uitgeverij Lannoo.
Laat een reactie achter